Problemen op het gebied van eten en drinken bij zuigelingen en jonge kinderen kunnen van grote invloed zijn op de ouder-kindrelatie. “De oorzaken variëren sterk”, aldus dr. Lenie van den Engel-Hoek. “Zo kunnen anatomische of motorische problemen in het mondgebied leiden tot langdurige sondevoeding of andere voedingsproblemen. ”Gelukkig wint de ondersteuning aan effectiviteit. “Op diagnostisch gebied is er de laatste jaren enorme vooruitgang geboekt.”

De oorzaken van problemen met eten en drinken bij zuigelingen en jonge kinderen zijn velerlei. “Eet- en drinkproblemen komen onder meer regelmatig voor bij kinderen die prematuur geboren zijn. Ook bij kinderen met ontwikkelingsproblemen, met stoornissen in het autistisch spectrum of met angststoornissen is goed eten en drinken vaak een worsteling”, vertelt dr. Lenie van den Engel-Hoek. Zij is (preverbaal) logopedistbij Radboud UMC, universitair docent en auteur van het boek ‘Eet- of drinkproblemen bij Jonge kinderen’ waarvan onlangs de vijfde druk verscheen.
Zorg op maat
Tijdige hulp is van groot belang. Voorwaarde om die te kunnen bieden, is het kunnen stellen van een juiste diagnose. Op dit gebied is er de laatste jaren veel vooruitgang geboekt. “Er komt steeds meer kennis over de onderliggende oorzaken. Ook krijgen we steeds meer grip op de invloed van problemen met eten, drinken of slikken op de ontwikkeling. Dit helpt enorm om te komen tot een betere diagnostiek en classificatie. Hierdoor kan er eerder een ‘zorg op maat’-traject gestart worden. Niet alleen voor het kind, maar ook voor ouders en verzorgers.”
Kind – taak – omgeving
Van den Engel-Hoek benadrukt het belang hiervan. “We zouden gezamenlijk een mooie stap vooruit maken als adviezen altijd gegeven worden op basis van goede multidisciplinaire diagnostiek. Daarbij gaat het altijd om ‘kind – taak – omgeving’.” Zij vraagt met name aandacht voor het besef dat het hebben van een kind met eet- of drinkproblemen een grote impact op het leven van ouders heeft. “Ik hoop dat we dat steeds meer en beter mee kunnen nemen in begeleiding en ondersteuning van ouders en kind.”
Bron: Redactie VROEG