Veel verhalen die ouders mij vertellen over het medisch trauma van hun jonge kind worden bevolkt door goedwillende kinderartsen, verpleegkundigen, pedagogisch medewerkers en de rest van de medische staf. Zij doen zonder meer hun uiterste best. En toch, ondanks alle goede zorgen, zijn ouders en ik nog vaak de resten aan het opruimen van het kindergeneeskundig handelen.

[su_note note_color=”#def5ff” radius=”0″] De columntekst, uitgesproken door Marilene de Zeeuw zelf, is ook via YouTube te beluisteren, klik hier [/su_note]

Dat komt omdat het baby- en peuterlichaam te veel en te lang als ‘apparaat’ is opgevat. Die wijze van denken over het lijf heeft een lange geschiedenis. Het is nauwelijks te bevatten, maar tot in de jaren ‘80 werden jonge baby’s nog zonder verdoving geopereerd. En veel pedagogiek op de kinderafdelingen van vandaag kenmerkt zich door gedragstherapie uit de tijd dat we van sensitiviteit nog niet zoveel begrepen. Straffen, negeren en belonen – zonder af te stemmen op het kind.

‘Als je volledig empathisch bent met je patiëntje, kun je
niet snijden, prikken of verdoven’

Natuurlijk  is een technische blik op sommige plekken en momenten nodig in het ziekenhuis. Als je volledig empathisch bent met je patiëntje, kun je niet snijden, prikken of verdoven. Je moet je sensitiviteit kunnen afschakelen om het maar mechanistisch uit te drukken. Emotioneel afstand nemen is meestal niet zo moeilijk. Het probleem zit ’m in het op verkeerde momenten emotioneel afstandelijk blíjven en tegelijkertijd ouders mee te nemen in deze ‘technische’ houding.

De kunst zit ‘m in combineren: ouders helpen empathisch te zijn en hun kind te troosten, terwijl jíj je vak uitoefent. Want ouders moeten wél sensitief kunnen blijven, dat is nuttig en nodig voor het kind om een ziekteperiode zo goed mogelijk te doorstaan. Ouder en kind hebben elkaar nodig. Als de ouder-kindrelatie z’n werk kan doen, kan de stress bij het kind gemakkelijk weer omlaag. En dan gaan óók genezing en ontslag sneller.

Het is dus heel nuttig als je je als zorgprofessional beter bewust bent van dit mechanisme. Door sensitief te zijn, kun je je even gericht focussen op de signalen van je patiëntje of van de ouders, zoals angst, pijn en eenzaamheid. Die kun je dan met aandacht kalmeren of verhelpen. Het is fijn om dit te delen met je collega’s. Dan kunnen ze je helpen attenderen als je door vermoeidheid of stress te veel op routine handelt.

Gelukkig worden in ziekenhuizen wereldwijd artsen zich steeds meer bewust van de emotionele en relationele wezens die jonge kinderen en hun ouders zijn. Artsen begrijpen meer en meer dat de ouder-kindrelatie net zo’n nuttig feedbackmechanisme is als honger, bloeddruk of temperatuur.

‘Ouder-kindrelatie is net zo’n nuttig feedbackmechanisme
als honger, bloeddruk of temperatuur’

Wat betekent dit alles nu voor de afdeling gynaecologie, neonatologie en pediatrie? Veel dingen gaan al goed, passend bij de goedgekozen doelen van kindgerichte zorg en family centered care. We weten al dat het belangrijk is om ouders zo veel mogelijk te betrekken bij praktische zorgtaken én scheidingen tussen ouder en kind tot een minimum te beperken. Tegelijkertijd valt er nog genoeg te ontwikkelen. Dan denk ik bijvoorbeeld het versterken van het netwerk om gezinnen met een ziek kind om uitputting en isolement bij ouders te voorkomen. Of aan het verbeteren van de ouderbegeleidingsvaardigheden van zorgverleners. Het uitbreiden van huidcontactopties op de afdeling. En: Vanaf de wachtkamer beginnen om ouders te informeren over troosten van je baby of peuter.

Mijn wens is dat minder en minder jonge kinderen extreem gevoelig voor pijn het ziekenhuis verlaten. Dat zijn kinderen die lijfelijk wel genezen zijn, maar emotioneel hyperalert blijven reageren. Deze emotieregulatieklachten komen terug in de vorm van problemen met eten’ huilen, slapen en moeilijk gedrag op de poliklinische spreekuren van kinderartsen en andere zorgverleners.

‘Emotieregulatieklachten komen terug in de vorm van problemen met eten, huilen, slapen en moeilijk gedrag’

Lichamelijk herstel en emotionele zorg gaan bij voorkeur hand in hand, zodat al snel de gewone draad van de ontwikkeling kan worden opgepakt. Dan groeien er meer jonge kinderen op met een (redelijk) gereguleerd zenuwstelsel. En weten ouders op hun beurt beter hoe ze hun kind kunnen troosten en kalmeren.  Door de grote verbanden te gaan zien, worden we met elkaar steeds beter in het voorkomen van medisch trauma bij een kind en zijn of haar ouders.

Marilene de Zeeuw

Marilene de Zeeuw is Klinisch psycholoog, Infant Mental Health Specialist en gedragstherapeut en supervisor VGCt. Ze werkt in de specialistische GGZ met (zwangere) ouders en hun jonge baby, peuter of kleuter.

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €30,- per jaar.

Ontdek ons Vroeg-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 30,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief.

"*" geeft vereiste velden aan