Taal begint thuis. Er zijn echter grote verschillen tussen de taal die kinderen van huis uit meekrijgen. Dit boek beschrijft het programma waarmee leerkrachten en pedagogische medewerkers stapsgewijs samenwerkingsrelaties kunnen aangaan met ouders. De aanpak haakt aan bij de dagelijkse praktijk. Het boek brengt de stappen, de opgedane ervaringen, de achtergronden en de wetenschappelijke kennis samen.

Kinderen van ouders met minder opleiding en hulpbronnen zijn in het nadeel in vergelijking tot hun leeftijdgenoten met hoger opgeleide ouders. Dit kan leiden tot kansenongelijkheid. De rol van ouders in de taalontwikkeling van hun kind staat centraal in het programma waarover dit boek gaat: Thuis in Taal. Het programma bouwt voort op de gemeenschappelijke belangen en kennis van leraren en ouders. De partnerschapsrelaties die zo ontstaan helpen jonge kinderen zich beter thuis te voelen in taal.

De aanpak bestaat uit zeven stappen waarmee iedere professional die werkt met jonge kinderen een samenwerkingsrelatie kan opbouwen met de ouders die bijdraagt aan een rijkere taalomgeving voor kinderen. Het boek staat boordevol tips, aangevuld met extra (film)materiaal die via de QR-codes in het boek te bekijken zijn.

De bedoeling is om leraren te inspireren en hen te bekwamen om partnerschapsrelaties met ouders aan te gaan ter ondersteuning van de taalontwikkeling van hun jonge kinderen. Het klinkt logisch en eenvoudig, maar in de praktijk blijkt dat veel leraren dit lastig vinden en veel kennis die er wel is nog niet toepassen. De aanpak is samen met leraren in de praktijk van de (voor)school ontwikkeld en gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten.

Thuis in Taal
Martine van der Pluijm