Een aanzienlijk aantal vrouwen ervaart hun bevalling als traumatisch. Komt dat door te hoog gespannen verwachtingen? Of moeten zorgverleners ook de hand in eigen boezem steken? In een artikel op ntvg.nl wordt uitgebreid in gegaan op deze vragen. Aan het woord komen gynaecologen Martine Hollander, Claire Stramrood en Martijn Oudijk.
Ruim 36% van de bevallende vrouwen maakte een nare situatie mee tijdens de bevalling. Dat bleek afgelopen zomer uit Nederlands onderzoek onder 12.239 vrouwen. Van de deelnemende vrouwen noemde 9% haar bevallingservaring zelfs ‘traumatisch’. In 2007 bleek al uit onderzoek dat 1,2% van de vrouwen een posttraumatische stressstoornis (PTSS) overhoudt aan een bevalling.
Risicofactoren
Ongetwijfeld spelen sociale media, verwachtingen of een gebrek aan kennis van hoe de zorg werkt een rol bij het ontstaan van negatieve bevallingservaringen die mogelijk uitmonden in PTSS. Maar er zijn ook medische risicofactoren voor PTSS, zoals een keizersnede. Voeg daar tijdsdruk en capaciteitsproblemen in de geboortezorg aan toe en je hebt een cocktail voor een bevalling die anders verloopt dan gepland. Als vrouwen dan ook nog eens vatbaar zijn voor psychische problemen, bijvoorbeeld door een voorgeschiedenis van angsten of depressie of eerdere nare ervaringen zijn alle ingrediënten voor het ontwikkelen van PTSS aanwezig. Een handeling als toucheren kan bij vrouwen die seksueel geweld hebben meegemaakt nare herinneringen oproepen. Al zal lang niet elke vrouw met die kenmerken PTSS ontwikkelen.
In een Engelse studie kregen vrouwen met een eerdere traumatische bevallingservaring, angst voor de bevalling of een voorgeschiedenis met misbruik een roze sticker op het dossier geplakt. Daardoor wisten zorgverleners dat die vrouwen extra aandacht nodig hadden.
PTSS of niet?
Hoewel 9% van de vrouwen hun bevalling zelf als traumatisch beschrijft en PTSS-achtige klachten heeft, komt een groot deel daarvan er met de tijd zelf overheen. Vaak blijven ze bepaalde situaties wel vermijden. Ze willen bijvoorbeeld geen foto’s zien van de bevalling en gaan niet op kraamvisite bij een vriendin. Anderen nemen een andere route om maar niet langs het ziekenhuis te hoeven fietsen. En in het ergste geval wil een vrouw helemaal nooit meer zwanger worden.
Sinds kort is er een DBC – en een richtlijn – voor vrouwen met PTSS na de bevalling. Sinds dit jaar worden bevallingservaringen ook op een gestandaardiseerde manier uitgevraagd tijdens de nacontrole. In 14 vragen komen onderwerpen aan de orde.
Communicatie
Goede voorlichting is belangrijk. Sommige vrouwen lijken er bijvoorbeeld niet van op de hoogte dat de kans om in het ziekenhuis te moeten bevallen rond de 80% ligt, zeker bij de eerste zwangerschap. Iets vergelijkbaars geldt voor een keizersnede. Veel vrouwen houden daar geen rekening mee, terwijl ongeveer een op de zes bevallingen via die weg verloopt. Veder blijkt dat veel vrouwen aangeven dat er geen toestemming werd gevraagd voor bepaalde handelingen.Of die toestemming niet is gevraagd of dat vrouwen de vraag in alle hectiek niet meekrijgen, valt lastig te achterhalen.
Een bevallende vrouw zal niet onmiddellijk een trauma oplopen als je niet op de deur klopt. Soms moet een zorgverlener snel ingrijpen en ook andere medische of psychische risicofactoren zullen blijven bestaan. Droombevallingen bestaan, maar vormen een minderheid; romantische verhalen daarover zullen zich blijven verspreiden. Het blijft ook de verantwoordelijkheid van de zwangere om zich goed te laten informeren.
Verder lezen
Slecht bevallen – Wat maakt dat vrouwen hun bevalling als traumatisch ervaren?
Bron: ntvg.nl; Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:C5434