CenteringZwangerschap is prenatale groepszorg die de gewone consulten bij een verloskundige vervangt. Na de introductie in Nederland, nu 11 jaar terug, heeft CenteringZwangerschap zich behoorlijk verspreid: inmiddels doet bijna de helft van de verloskundige praktijken aan CenteringZwangerschap.
Een bijeenkomst bestaat uit een individueel controlemoment van 3 minuten per persoon waarin de verloskundige de groei en ligging van de baby checkt. De moeder meet zelf haar bloeddruk en eventueel gewicht. Daarna volgt een plenair gedeelte waar een getrainde verloskundige algemene onderwerpen bespreekt die voor iedereen interessant zijn: zoals groei van de baby, verdeling zorg met partner, vaccinaties etc. De discussie wordt ingeleid met een activiteit zodat zwangeren zelf over het onderwerp nadenken en er worden vooral vragen gesteld in plaats van les te geven. Op deze manier wordt aangesloten bij wat zwangeren al weten. Ook blijkt dat mensen zo beter leren.
Van Amerika naar Nederland
Het idee is in Amerika bedacht door een verloskundige Sharon Schindler Rising. Marlies Rijnders, verloskundig onderzoeker van het TNO, haalde CenteringZwangerschap 11 jaar geleden naar Nederland. Zij is ervan overtuigd dat groepszorg zowel de geboortezorg als de jeugdgezondheidszorg kan verbeteren doordat het meer aansluit bij de behoeften van ouders. “Centering kwam ik in 2010 toevallig tegen in een artikel. Ik kreeg direct ontzettend veel plaatsvervangende schaamte en dacht: waarom hebben wij dit niet bedacht? Dit is hèt zorgmodel dat wij gemist hebben en in Nederland zouden moeten introduceren! Het is een grote verbetering ten opzichte van hoe we het nu doen: een copy-paste van de medische zorg, waarbij verloskundigen vrouwen slechts 10-15 minuten zien en hierdoor vooral op risico’s screenen en te weinig tijd hebben om uitgebreid onderwerpen te bespreken. Dit vind ik voor prenatale zorg niet wenselijk.”
Aanpak slaat aan
CenteringZwangerschap heeft zich de afgelopen jaren behoorlijk verspreid in Nederland. Op dit moment zijn er zo’n 217 verloskundigenpraktijken getraind, dat is iets minder dan de helft van alle praktijken. “Wat hieraan heeft bijgedragen is de autonome positie van praktijken die zelf keuzes konden maken. Ook sprak het model blijkbaar veel verloskundigen aan in de tijd waarin we leefden. De perinatale sterftecijfers waren net uitgekomen. De geboortezorg moest veranderen. Het huidige model zette in op risicoselectie en medicalisering. Terwijl je binnen CenteringZwangerschap kijkt wie je nou echt voor je hebt. Dit heeft gezorgd voor een behoorlijke vlucht. Ook de startgroep met mensen uit verschillende disciplines (onderwijs, onderzoek, praktijk, beleid) heeft het model flink op de kaart gezet. Wat er in de toekomst nog anders kan, is samen met de JGZ (consultatiebureaus) nadenken over hoe je zo’n eerste 1000 dagen groep goed vorm kunt geven. Dat is nog wel een uitdaging.”
Verder lezen
Op de website van ChildbirthNetwork, gaat Marlies Rijnders dieper in op de verschillende aspecten van perinatale groepszorg. Zij geeft antwoord op de volgende vragen:
- Waarom is Centeringzorg zoveel meer effectief dan 1-op-1-zorg?
- Waarom wordt prenatale groepszorg nog niet gesubsidieerd als het bewezen en kosteneffectief is?
- Op welke manier draagt CenteringZwangerschap bij aan het idee van de Eerste 1000 dagen?
- Kunnen partners ook aansluiten bij de groepsgesprekken?
- Wat wens je voor de toekomst van CenteringZwangerschap?