Kinderen die zijn geboren na medisch ingrijpen hebben vaker gezondheidsproblemen in de eerste weken na de bevalling én in de eerste vijf jaren van hun leven. Dit geldt voor alle soorten geboorte-interventies, dus zowel voor keizersnedes als voor tang- en vacuümpompverlossingen en weeënopwekkers. Wel varieert de aard van de gezondheidsproblemen per interventie.
Dat blijkt uit de analyse van gegevens van bijna 500.000 Australische kinderen die tussen 2000 en 2008 na een werden geboren. In het onderzoek is alleen gekeken naar de bevallingen van gezonde vrouwen die gezonde kinderen zonder aangeboren afwijkingen kregen, en waarbij er tijdens de zwangerschap geen medische indicatie was voor het ingrijpen tijdens de geboorte. Slechts 38 procent van deze vrouwen had een bevalling zonder enige vorm van medisch ingrijpen.
Hoewel het aantal geboorte-interventies in Australië nog wat hoger ligt dan in Nederland, waar minder dan de helft van alle kinderen zonder medisch ingrijpen wordt geboren, zijn de conclusies ook te betrekken op de Europese situatie.
Gezondheidsproblemen
Uit de studie blijkt dat dat het risico dat een kind gezondheidsproblemen ontwikkelt significant groter is als er een medische interventie was tijdens de bevalling. Alle soorten geboorte-interventies worden gelinkt aan gezondheidsproblemen, maar de aard van de gezondheidsproblemen varieert per interventie.
Daarnaast toont het onderzoek aan dat hoe meer er ingegrepen is, hoe meer gezondheidsproblemen er zijn. Dus als er eerst weeënopwekkers zijn gegeven en vervolgens ook een (spoed)keizersnede nodig was, dan zijn de gezondheidsproblemen het grootst.
Zo blijkt dat baby’s geboren met een keizersnede vaker en erger last hadden van onderkoeling na de geboorte. Ook hadden kinderen na een keizersnede meer kans op metabole ziekten zoals diabetes en obesitas.
Het risico op maag-en darmaandoeningen was het grootst bij kinderen waarvan de bevalling was ingeleid of gestimuleerd en na een geplande keizersnede. Alle vormen van geboorte-interventie gingen gepaard met een verhoogd risico op luchtweginfecties, metabole ziekten en eczeem.
De microbioom-hypothese
De onderzoeksresultaten laten een duidelijk verband zien tussen geboorte-interventies en slechtere gezondheidsuitkomsten bij het kind, maar geven geen antwoord op de vraag waarom dat verband er is. Een van de Australische onderzoekers ontwikkelde in 2012 de hypothese dat een vaginale geboorte de kans biedt om gezond microbioom (alle micro-organismen op en in ons lichaam) te ‘zaaien’ en dat de stress van een normale bevalling een belangrijke invloed heeft op het programmeren van het immuunsysteem van het kind.
Te weinig stress (geen weeën en een keizersnede) en te veel stress (inleiding, opwekking of instrumentele geboorte) kan lijden tot een chemische verandering van het DNA. Door deze chemische verandering kunnen bepaalde genen, en daarmee ook hun werking, aan- en uitgezet worden, en dit kan leiden tot een uiteenlopende gezondheidsproblemen. Deze hypothesen worden verder onderzocht.
Terughoudendheid geboden
Het is voor het eerst dat er een groot onderzoek gedaan is naar het verband tussen geboorte-interventies en de gezondheid van het kind. Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken of de geboorte-interventies rechtstreeks leiden tot de slechtere gezondheid.
Toch ondersteunen de onderzoekers de eerdere oproep van de WHO om terughoudender te zijn met geboorte-interventies omdat de langetermijngevolgen voor het kind onvoldoende zijn onderzocht. Zij adviseren om vrouwen meer tijd te geven in de verschillende fasen van hun zwangerschap en bevalling als dat medisch gezien kan. Het is belangrijk dat vrouwen en hun partners alle informatie hebben over zowel de effecten van interventies op de gezondheid van hun kind om beslissingen te kunnen nemen tijdens de bevalling.
Onderzoekers van UMCG, VUmc en Verloskunde Academie AVAG publiceerden hun bevindingen samen met collega-onderzoekers uit Australië, Ierland en Groot-Brittannië in het wetenschappelijk magazine Birth.
Bron: kennisinzicht.umcg.nl
Zie ook NOS.nl:
Medisch ingrijpen bij bevalling van invloed op gezondheid kind