In Vlaanderen kan het risico op een ‘lui oog’ met behulp van een smartphone al op 1-jarige leeftijd worden gedetecteerd. Gevolg is wel dat hierdoor het aantal brildragende kinderen fors is toegenomen. Wat is wijsheid? Over die vraag plannen het Erasmus MC Rotterdam en het Leids Universitair Medisch Centrum een nieuw onderzoek.
Op 11 mei verscheen op de VROEG-website het bericht Smartphone kan risico op lui oog vroeg detecteren. Hierin werd verteld dat Kind en Gezin in Vlaanderen bij alle kinderen op de leeftijd van 1 en 2,5 jaar de ogen gaat onderzoeken met een app op een Iphone. Vanaf 2013 werd de benodigde brilsterkte al gemeten met een zogenaamde autorefractor. Van alle Vlaamse kinderen onderging 85% in de afgelopen 5 jaar tenminste één test. “Door het risico op een lui oog vroeg te detecteren, kunnen we het voorkomen of het proces terugdraaien”, zei Kristel Boelaert, adviserend arts bij Kind en Gezin, in het artikel. Huib Simonsz, Nicoline Schalij-Delfos, kinderoogartsen aan het Erasmus MC Rotterdam en het Leids Universitair Medisch Centrum, en Harry de Koning, Maatschappelijke Gezondheidszorg, Erasmus MC Rotterdam, reageren.
Kanttekening
Hoewel het soms wel mogelijk is de ontwikkeling van een lui oog te voorkomen door op 1 jaar een bril te geven, willen we bij de invoering van de meting van de benodigde brilsterkte op 1 jaar bij alle kinderen wel een kanttekening plaatsen. Een lui oog wordt in Nederland en in Vlaanderen meestal ontdekt door het meten van de gezichtsscherpte op de leeftijd van 3 – 6 jaar op het Consultatiebureau. Dat is een prima en bijna waterdicht systeem waarmee de meeste kinderen met een lui oog ontdekt worden. Ze worden verwezen naar een orthoptist en bij de meeste kinderen lukt het dan om de gezichtsscherpte van het luie oog weer goed te krijgen met een bril, of door het goede oog enkele uren per dag af te plakken, zodat het luie oog gestimuleerd wordt.
Meer brildragende kinderen
Omdat brilsterkte-afwijkingen, naast scheelzien, de hoofdoorzaak zijn van een lui oog, lijkt het een logische stap om op 1 jaar bij alle kinderen de benodigde brilsterkte te meten en aan kinderen met bijvoorbeeld meer dan +3 dioptrie sterkte, of aan kinderen met ongelijke sterkte van de ogen, of aan kinderen die een cilinder in de bril nodig hebben, op 1 jaar een bril te geven om de ontwikkeling van een lui oog na de leeftijd van 1 jaar te voorkomen.
In Vlaanderen werd, zoals op een congres van jeudartsen in Leuven in september 2017 verteld werd, na de brilsterkte meting op 1 jaar, 9% van de kinderen verwezen naar de oogarts en de orthoptist. Een orthoptist behandelt onder andere het luie oog bij een kind. Tussen 2012 en 2017 steeg tegelijkertijd het aantal brildragende kinderen op de leeftijd van 4 jaar in Vlaanderen van 4,7% tot 6,4%. Deze stijging vormt een aanzienlijke kostenpost voor de ouders en de ziektekostenverzekeringen in Vlaanderen.
Verband onzeker
Iedereen is het er over eens dat door het geven van brillen op de leeftijd van 1 jaar enkele gevallen van een lui oog – zeker bij kinderen met sterke brilafwijkingen – voorkomen kunnen worden. Niemand weet echter precies hoeveel gevallen van een lui oog door het voorschrijven van meer brillen in Vlaanderen tussen 2012 en 2017 voorkomen zijn. Het verband tussen de sterkte en de soort van de brilsterkte afwijking enerzijds en de kans op een lui oog anderzijds is niet bekend en nog nooit systematisch onderzocht. Ook is onbekend hoeveel van de kinderen op 1 jaar al een lui oog hebben.
Nieuwe studie
Om deze vragen te beantwoorden plannen Huib Simonsz, Nicoline Schalij-Delfos en Harry de Koning een studie waarbij door orthoptisten bij twee groepen kinderen op de leeftijd van 1 jaar de benodigde brilsterkte nauwkeurig gemeten wordt. In de eerste groep kijken orthoptisten goed of het kind niet al een lui oog heeft, maar wordt er geen bril voorgeschreven als het kind goed ziet zonder bril. In de tweede groep krijgen de kinderen met sterke afwijkingen, ongeveer 8%, een bril die tenminste één keer per jaar gecontroleerd wordt. Op de leeftijd van 4 jaar worden de kinderen nog eens heel goed onderzocht om te bepalen hoeveel van de kinderen in de groep met bril en in de groep zonder bril een lui oog gekregen heeft. Tenslotte wordt alles doorgerekend om te bepalen bij hoeveel van de kinderen het ontstaan van een lui oog voorkomen is door op 1 jaar de bril te geven, en uitgerekend hoe veel het alles bij elkaar heeft gekost. De studie duurt wel 4 jaar, maar dan weten we zeker of het geven van al die extra brillen wel de moeite waard is.