Recensie: ‘Mijn vingers willen huppelen’ door Saskia Beverloo
Het boekje ‘Mijn vingers willen huppelen’ is een kunstwerk. Het is een dik kartonnen vierkant boek, met daarop een cirkel van dieperliggende ronde uitsparingen, als een soort ouderwetse draaischijftelefoon. Dat nodigt meteen uit om met je vingers te bevoelen. Het boekje is heel geschikt voor therapeuten die met jonge kinderen werken.
Het boekje is geschreven door de Franse kunstenares Claire Zucchelli-Romer. Op de eerste pagina staat een instructie: ‘Kies een vinger van je linkerhand en plaats die op de linkerpagina. Zet een vinger van je rechterhand op de rechterpagina. Volg de gekleurde stippen en lijnen en huppelen maar!’
Dan volgen twaalf dubbele pagina’s waarop de vingers mogen, huppelen, springen, rennen, glijden, klimmen en uitrusten. Alle pagina’s bij elkaar vormen een klein verhaaltje waarin de vingers spelletjes en wedstrijdjes doen, uitrusten, boos worden op elkaar en uiteindelijk samen verder spelen.
Mooie teksten
Er staat weinig tekst in het boek, maar het zijn mooie teksten: ‘Linkervinger verveelt zich een beetje. Zachtjes tikt hij op het groene stipje. Rechtervinger vindt dat grappig. Hij antwoordt met een slag op de witte stip: boem! De vingers barsten in lachen uit. Blij tikken en tokkelen ze samen verder.’ Het laatste woord in het boek: Bravo! is een knipoog naar de originele Franse uitgave.
Elk van de dubbele pagina’s is een kunstwerkje. De buitenkant en eerste en laatste pagina zijn knalroze, bijna rood. De binnenpagina’s zijn uitgevoerd in groen en wit met een enkel knalroze accent. Op elke pagina zijn uitsparingen in de vorm van rondjes iets groter dan van een perforator (net groot genoeg voor een vingertopje), cirkels, rechte lijnen en golvende lijnen.
Hoe te gebruiken
Er staat in het boekje geen leeftijdsaanduiding voor gebruik. Het zit stevig in elkaar, ik denk dat het voor samenlezen met een volwassene geschikt is voor 1-4 jaar. De instructie op de eerste pagina is de enige. Die is duidelijk, maar wat mij betreft toch erg summier. Je kunt dan van elke hand vier vingers en een duim de activiteiten laten doen, maar dat is saai om vijfmaal achter elkaar te doen. En na die vijf keer is er zelfs voor dreumesen -die dol zijn op herhaling- toch te weinig verrassing meer.
Ik had het fijn gevonden als er nog een website was met aanvullende ideeën. Bijvoorbeeld, het boek ondersteboven houden, zodat links en rechts de andere activiteit kunnen doen. Of het boekje met je ogen dicht ‘lezen’. Of de activiteit op muziek doen, bij langzame muziek wordt het dan een heel andere uitdaging dan bij snelle muziek of een wals.
Beoordeling
Dit prachtige boekje verdient een plekje bij therapeuten die jonge kinderen behandelen. Behalve voor de fijne motoriek is het ook een boekje dat gaat over samenspel en begrippen als langzaam, snel, hoog, laag en boven en onder aanstipt. Het wordt in het boekje niet benoemd, maar ik denk dat het als voelboek een plekje hoort te krijgen op plekken waar kinderen met visuele beperkingen komen.
De auteur heeft meerdere boekjes met vingeroefeningen gemaakt. Mijn vingers willen dansen is een andere Nederlandse uitgave. In het frans zijn nog een paar titels beschikbaar.
Claire Zucchelli-Romer
Saskia Beverloo is oprichter en docent van Muziekcentrum Harlekijntje. Daar geeft zij onder andere Muziek-op-Schoot (0-4 jaar) en Spelen-met-Muziek (4-7 jaar). Zij geeft ook workshops Muziek & Beweging op kinderdagverblijven. Samen met Tineke Vlaming schreef ze het prenten-liedjesboek ‘Voor alles een liedje’.
