Samen met andere ouders bij het consultatiebureau praten over ouderschap en het opvoeden van je kind. Dát is CenteringParenting. Ouders én professionals zien de meerwaarde ervan. Ook zijn ouders positiever over JGZ-professionals en over het nut van het consultatiebureau. Met name kwetsbare ouders worden bereikt. Wel kost het organisaties moeite om aan de slag te gaan met de aanpak.
Sinds 2014 kunnen ouders bij steeds meer locaties voor jeugdgezondheidszorg kiezen voor CenteringParenting. In plaats van de traditionele een-op-een contactmomenten bezoeken zij in het eerste jaar samen met andere ouders groepsbijeenkomsten van 2 uur. Deze worden begeleid door twee professionals. Marlies Rijnders onderzocht samen met Eline Vlasblom namens TNO de resultaten. ’Dat is een hele nieuwe manier van het verlenen van zorg’, meent Rijnders. ‘Het is nog minder top-down; in plaats van als professional het gesprek te bepalen, volg je de vragen van ouders. En je zorgt dat de kennis die ouders zelf al hebben, wordt gebruikt en gedeeld. De professionals veranderen zo van zender naar begeleider.’
Resultaten CenteringParenting
Uit het onderzoek blijkt dat ouders en professionals de meerwaarde van de aanpak zien ten opzichte van 1-op-1-contactmomenten. Volgens ouders was er geen verschil in eigen kracht tussen CenteringParenting en individuele zorg, maar volgens professionals wel. Met name ouders met een niet-Nederlandse achtergrond en alleenstaanden worden bereikt. De vraag blijft wel of de meerwaarde die ouders en professionals benoemen ook gezondheidswinst oplevert.
Invoering lastig
Elke JGZ-locatie kan besluiten om aan de slag te gaan met CenteringParenting. Ze krijgen dan een tweedaagse training en intervisie van de Stichting Centering Nederland. Rijnders ziet dat veel locaties moeite hebben om de aanpak op te zetten. ‘Professionals vinden het lastig om dit ingevoerd te krijgen. Je hebt sowieso een trekker nodig en commitment binnen de organisatie. Daarnaast zijn professionals gewend om voorlichting te geven, maar CenteringParenting vraagt er juist om dat minder te doen. Kennisoverdracht gebeurt hier veel meer vanuit de vraag van de klant. Dat is wennen. Maar gelukkig zijn er goede voorbeelden. In Amersfoort bijvoorbeeld loopt het als een tierelier. Zo ook in Oss. Het “probleem” zit ‘m ook niet in het model, maar in de randvoorwaarden voor implementatie.’
Belang van CenteringParenting
Rijnders is overtuigd van het belang van CenteringParenting. En niet alleen voor “kwetsbare” ouders. Ze geeft het voorbeeld uit Amersfoort, waar een moeder tijdens de eerste bijeenkomst aangeeft dat het bij haar thuis allemaal niet zo lekker loopt: haar man kan er niet tegen dat hij ’s nachts wakker wordt en slaapt al enige tijd in logeerkamer. De groep reageert begripvol. Eén van de moeders zegt: “Jij woont toch vlak bij mij? Breng de kleine een avond bij mij, zodat jullie samen uit eten kunnen.” Rijnders: ‘Prachtig toch? Ik heb nog veel meer van zulke succesverhalen. Daarom hoop ik dat steeds meer JGZ-locaties CPa gaan aanbieden.’
Veilig voelen
Een voorwaarde voor een succesvolle groep, waarin ouders open hun kennis en ervaringen uitwisselen, is dat die “veilig” moet voelen. ‘Dat is dan ook direct een belangrijke taak van de aanwezige zorgverleners’, beaamt Rijnders. ‘Ouders moeten het vertrouwen krijgen dat ze alles kunnen zeggen en vragen. De bedoeling is dat een groepsgevoel ontstaat. Daar is een deel van de activiteiten ook op gericht; het gaat niet alleen om kennisoverdracht.’ De groep blijft dan ook het hele eerste jaar bij elkaar. ‘We hopen dat de ouders elkaar daarna ook buiten de JGZ blijven zien. Community building is een belangrijk doel van CenteringParenting.’ De eigen kracht van ouders wordt hiermee vergroot, wat mooi aansluit bij de doelen van de Jeugdwet.
Bron: zonmw.nl
Foto: GGD Groningen
Zie ook: