Kraamzorg op maat kan nieuwe ouders goed op weg helpen. Hierbij kunnen ouders in overleg met de kraamverzorgenden keuzes maken. Zo is een wendag zonder kraamzorg mogelijk. Of juist meer maar kortere zorgdagen om de borstvoeding op gang te helpen. Dat blijkt uit het eerste promotieonderzoek naar kraamzorg in Nederland. Aandachtspunt is dit goed te organiseren.
Kraamzorg kunnen ouders en pasgeboren baby’s standaard krijgen. Verdeeld over acht dagen komt er een kraamverzorgende 49 uur langs. De kraamverzorgende helpt om de borstvoeding op gang te helpen, controleert de gezondheid van moeder en baby en ondersteunt het gezin.
Eerste dag zonder kraamzorg
Veel wetenschappelijke literatuur naar de kraamzorg bestaat echter niet. Het promotieonderzoek van Fleur Lambermon aan het Radboudumc /de Radboud Universiteit is het eerste dat volledig gewijd is aan de kraamzorg. “In het huidige systeem komt de kraamzorg acht dagen achter elkaar, en daarna is het pats, boem afgelopen”, aldus Lambermon. “Terwijl veel ouders juist pas tegen zaken aanlopen zodra de kraamzorg er niet meer was. Dan is de drempel hoog om hulp te vragen, omdat je meteen terecht komt bij de huisarts of het consultatiebureau.”
Wendagen en borstvoeding
Op basis van kwantitatief en kwalitatief onderzoek kwam zij tot verschillende conclusies, die complementair zijn aan elkaar. Uit één van haar studies bleek dat ouders erg enthousiast waren over een zogenoemde ‘wendag’. Lambermon: “Dat is een dag gedurende de kraamzorgperiode waarop de kraamverzorgende níet aan huis kwam, en ouders hun baby volledig zelf verzorgden. De dag erna kwam de kraamzorg terug. Ouders merkten veel beter waar ze tegenaan liepen en konden dit laagdrempelig bespreken.”
Tegelijkertijd bleek dat er voor het slagen van de borstvoeding de kwaliteit bij een flexibele planning gelijk is aan een standaard planning. Daarnaast werd er vier weken na de bevalling ook geen verschil gevonden in de ervaren zelfredzaamheid van moeders. Toch pleit Lambermon voor het aanbieden van deze dag. De ouders in het kwalitatieve onderzoek waren hier namelijk erg enthousiast over. Sowieso kwam uit deze studie naar voren dat ouders voorstander zijn van het flexibel indelen van de kraamzorg. Het ene gezin heeft nu eenmaal andere behoeften dan het andere.”
Toekomst van de kraamzorg
Uitdagingen in de praktijk biedt deze gepersonaliseerde manier van kraamzorg wel, zo laat het proefschrift zien. Kraamverzorgenden geven aan het moeilijk te vinden een evenwichtige werk-privébalans te vinden, doordat zij vaker ‘op wacht’ staan. Ook in de huidige situatie ervaren kraamverzorgenden een hoge werkdruk doordat ze vaak acht dagen achter elkaar bij één gezin werken. “Zowel ouders als kraamverzorgenden houden vast aan het credo: één kraamverzorgende per gezin in de kraamperiode. Maar misschien moeten we daar wel vanaf. We hebben juist gezien dat het goed kan zijn als er twee verschillende personen bij een gezin thuiskomen, omdat ze elk hun eigen ervaring meebrengen”, aldus Lambermon.
Zij pleit dan ook voor vervolgonderzoeken naar de rol van de kraamzorg, de werkbelasting voor kraamverzorgenden en het welbevinden van baby en ouders: “Er is sowieso heel weinig aandacht voor de periode na de geboorte van de baby. Over de zwangerschap en bevalling is er volop informatie en wetenschappelijke literatuur, terwijl de periode erna minstens zo belangrijk is.” Dit is het eerste proefschrift dat compleet gewijd is aan de kraamzorg, een wetenschappelijke doorbraak.
Home-based postpartum care – flexibility as an innovative approach to more client-centred care
Bron: radboudumc.nl
Zie ook: