Vroegdetectie, preventie en prognose staan centraal in het onderzoekswerk van hoogleraar Nanda Rommelse. Over de meerwaarde hiervan in de praktijk van alledag verzorgt zij de openingslezing tijdens het VROEG-congres ‘Een zorgelijke ontwikkeling – en dan?’. In dit interview een vooruitblik. “Vroegtijdige signalering en interventie zijn essentieel om kinderen de beste kansen te geven voor een gezonde ontwikkeling.”
In je onderzoek richt je je met name op vroegdetectie, preventie en prognose. Kun je iets zeggen over recente bevindingen?
“Jazeker. Zo blijkt uit verschillende onderzoeken dat moeilijkheden in het reguleren van dagelijkse, intense driftbuien kan wijzen op een verhoogd risico op het ontwikkelen van ADHD. Vroegsignalering en -interventie, gericht op het verbeteren van emotieregulatie, kan helpen om verergering te voorkomen. En misschien zelfs de ontwikkeling van ADHD-symptomen beperken. Dit laatste zijn we momenteel aan het onderzoeken.”
In je congreslezing ga je onder meer in op de variatie binnen de normale ontwikkeling. Kun je hiervan enkele voorbeelden geven?
“Natuurlijk. In de normale ontwikkeling van peuters en kleuters zien we een brede variatie. Zo kan de leeftijd waarop kinderen beginnen te praten sterk variëren. Sommigen spreken al woorden rond de 12 maanden, terwijl anderen pas bij 18 maanden hun eerste woorden zeggen. Evenzo kunnen sommige kinderen al vroeg een sterke motorische ontwikkeling vertonen, terwijl anderen wat langzamer op gang komen zonder dat er direct reden is voor zorg. Deze variaties zijn normaal, maar het is belangrijk om ze te onderscheiden van signalen die kunnen wijzen op zorgelijke ontwikkelingen.”

Prof. dr. Nanda Rommelse, klinisch neuropsycholoog en hoogleraar klinische ontwikkelingspsychologie bij de Universiteit Utrecht: “Variaties in de ontwikkeling zijn normaal, maar het is belangrijk om ze te onderscheiden van signalen die op een stoornis kunnen wijzen”
Wat zijn in een vroeg stadium kenmerken van een zorgelijke ontwikkeling?
“Kenmerken van een zorgelijke ontwikkeling kunnen zich op verschillende manieren manifesteren. Neem een aanhoudende achterstand in de motorische ontwikkeling, taalontwikkeling of sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook wanneer sprake is van bijzonderheden op meerdere ontwikkelingsdomeinen is het zinvol nader onderzoek te doen naar mogelijke oorzaken. Te meer daar deze uiteen kunnen lopen van genetische factoren, complicaties tijdens de zwangerschap en geboorte tot omgevingsinvloeden.”
Wat is de meerwaarde van het eerder signaleren?
“Eerder signaleren van ontwikkelingsproblemen biedt de mogelijkheid voor vroeginterventie. Heel belangrijk, want dergelijke interventies kunnen helpen de ontwikkelingsachterstand te verminderen of, indien dat niet mogelijk blijkt, erger voorkomen. Dit heeft niet alleen voordelen voor het kind zelf, maar ook voor de familie en de bredere samenleving, omdat het bijdraagt aan het verminderen van latere problematiek en kosten voor zowel het gezin als de maatschappij.”
Je besluit je lezing met praktische punten voor de praktijk. Kun je alvast een tipje van de sluier lichten?
“Zeker, ik zal onder meer ingaan op het belang van regelmatige screening met behulp van gestandaardiseerde meetinstrumenten. Zo biedt de D-score, ontwikkeld door TNO, zorgprofessionals een objectief middel om de ontwikkeling van een kind te volgen en eventuele bijzonderheden tijdig te signaleren. Een ander praktisch punt dat ik zal bespreken, is hoe ouders en professionals kunnen samenwerken in het signaleren en aanpakken van ontwikkelingsproblemen. Plus wat daarvan de meerwaarde is.”
Wat is je take home message?
“De kernboodschap van mijn lezing is dat het van belang is om alert te zijn op mogelijke zorgelijke signalen in de ontwikkeling van peuters en kleuters. Vroegtijdige signalering en interventie zijn essentieel om kinderen de beste kansen te geven voor een gezonde ontwikkeling. Mijn hartenwens in dit verband is dat ieder kind de kans krijgt om zich te ontwikkelen binnen zijn of haar mogelijkheden, ongeacht de start die ze hebben gehad. Dit begint met het tijdig reageren op eventuele ontwikkelingsproblemen, zodat elk kind de ondersteuning krijgt die het nodig heeft.”