Verricht bij iedere foetale sterfte via een gestandaardiseerd protocol aanvullend onderzoek. Laat dit volgen door pathologisch onderzoek van de placenta, de organen en van afwijkingen in het DNA. Op basis van de uitkomsten kan een multidisciplinair team vervolgens de doodsoorzaak vaststellen. Aldus luidt het advies van Ellen Nijkamp op basis van haar promotieonderzoek naar foetale sterfte.
Op basis van de resultaten is het advies om bij iedere foetale sterfte conform een gestandaardiseerd protocol aanvullend onderzoek te verrichten. Een gestandaardiseerd protocol moet bestaan uit het vaststellen van de klinische context waarin de sterfte is opgetreden en het verloop van de zwangerschap. Hierna moet aanvullend onderzoek worden verricht door middel van pathologisch onderzoek. De doodsoorzaak moet daarna worden vastgesteld in een multidisciplinair team op basis van alle gegevens én alle uitslagen van de aanvullende onderzoeken.
Risicogroepen
Routinematig schildklierfunctietesten heeft geen toegevoegde waarde bij vrouwen met een foetale sterfte voor het vaststellen van de doodsoorzaak. Vrouwen met een foetale sterfte hebben een hoger risico op herhaling in een volgende zwangerschap.
Vervolgonderzoek
Overigens is nog altijd niet voldoende duidelijk hoe het kan dat bij een vergelijkbaar risicoprofiel de ene baby komt te overlijden tijdens de zwangerschap en de andere baby gezond geboren wordt. Hiervoor is aanvullend onderzoek noodzakelijk.
Studies on stillbirth evaluation >>
CV Ellen Nijkamp
Ellen Nijkamp (1983) studeerde Geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna volgde zij haar medische vervolgopleiding tot gynaecoloog in het Martini Ziekenhuis, Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en Deventer Ziekenhuis. Hierna volgde nog een fellowship perinatologie in het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht. Haar promotieonderzoek vond plaats bij de afdeling Verloskunde van het UMCG. Zij is nu werkzaam als gynaecoloog-perinatoloog in het UMC Utrecht met als aandachtsgebied maternale ziekten.